FC Barcelona is maandagavond op één punt achterstand van koploper Atletico Madrid gekomen. De ploeg van Ronald Koeman kroop in het eigen Camp Nou door het oog van de naald. Een doelpunt van Ousmane Dembélé in de blessuretijd zorgde voor de 1-0 zege tegen Real Valladolid.
In november achtte iedereen het een verloren seizoen voor FC Barcelona. Koeman stond met zijn elftal op een veertiende plaats in La Liga en leek uitgespeeld voor de landstitel in Spanje. Maar in April zijn alle rollen omgedraaid en doet de ploeg van Ronald Koeman weer volop mee om de titel.
In Camp Nou moest FC Barcelona winnen om op één punt achterstand te komen van Atletico Madrid. En dat leek er lange tijd niet in te zitten. Want Barcelona had het in het eigen Camp Nou zwaar tegen Real Valladolid. De bezoekers deden brutaal mee aan het duel met kopkansen tegen de lat en noodgedwongen reddingen van Ter Stegen.
Barcelona kwam, na een zware interlandperiode, tot weinig echte kansen. Griezmann en Dembélé werden het gevaarlijkst voor Barça, maar doelman Masip hield zijn ploeg op de been. Lionel Messi kwam niet in het stuk voor.
In de slotfase werd het toch juichen voor Ronald Koeman. Want het was Ousmane Dembélé die in de blessuretijd FC Barcelona de overwinning bezorgde. De aanvaller kon bij de tweede paal in de korte hoek de 1-0 binnen schieten na een diepe voorzet van Frenkie de Jong.
Het doelpunt van Dembélé betekende de overwinning voor FC Barcelona, dat daarmee op één punt komt van Atletico Madrid, de koploper in de Liga. Zaterdag kan Barcelona nog een flinke stap maken. Dan neemt de ploeg van Ronald Koeman het in de clasico op tegen Real Madrid.
