Real Madrid heeft in aanloop naar de Clásico een nieuwe dreun opgelopen. Manchester City was in de heenwedstrijd van de achtste finale van de Champions League met 1-2 te sterk. Alhoewel Real Madrid nog op voorsprong kwam, trokken de Engelsen uiteindelijk aan het langste eind.
Real Madrid was in een teleurstellende eerste helft het dichtst bij de openingstreffer. Een kopbal van Karim Benzema leek Ederson te machtig, maar de doelman voorkwam met een geweldige redding een Madrileens doelpunt. Dat doelpunt kwam er wel in de tweede helft. Na precies een uur spelen joeg Isco de bal tegen de touwen.
De thuisploeg leek op rozen te zitten, maar niets was minder waar. Real Madrid trok zich terug en zag Manchester City sterker en sterker worden. Dat resulteerde na bijna 80 minuten spelen in de gelijkmaker. Gabriel Jesus bezorgde zijn ploeg met een rake kopbal het belangrijke uitdoelpunt. Met een benutte strafschop bezorgde Kevin de Bruyne City zelfs nog de overwinning. Het ging van kwaad tot erger voor het elftal van Zinedine Zidane. De Fransman moest lijdzaam toezien hoe zijn aanvoerder Sergio Ramos met rood van het veld werd gestuurd.
Drie dagen na de nederlaag tegen Levante heeft Real Madrid dus een nieuwe dreun opgelopen. In aanloop naar de Clásico tegen FC Barcelona raakte de ploeg niet alleen de koppositie kwijt, maar dreigt ze ook uit de Champions League geknikkerd te worden.
Wint Barcelona zondagavond in Madrid, vergroot het de voorsprong op Real tot vijf punten.