Dinsdagavond staat de return van de kwartfinale tussen FC Barcelona en Manchester United op het programma. In aanloop naar de belangrijke wedstrijd in Camp Nou kenden beide ploegen geen al te beste generale repetitie. In tegenstelling tot Barcelona wist Manchester United wel ‘gewoon’ te winnen, maar de manier waarop was allesbehalve overtuigend.
Manchester United kwam net als Barcelona zaterdag in actie. In de 33e speelronde van de Premier League stond de thuiswedstrijd tegen West Ham United op het programma. Eerder dit seizoen gingen The Red Devils, destijds nog onder leiding van José Mourinho, pijnlijk onderuit op bezoek bij de Londenaren. Onder Ole Gunnar Solskjær is het spel nog steeds niet overtuigend, maar worden de broodnodige punten wel bij elkaar gesprokkeld. Dat was ook gisteren het geval.
De tegenstander van Barcelona begon slecht aan het duel met West Ham United en leek al vroeg op achterstand te komen. Het doelpunt van Felipe Anderson werd echter ten onrechte afgekeurd. Niet lang na dat moment nam Manchester United toch de leiding. Paul Pogba mocht aantreden vanaf elf meter en schoot onberispelijk raak: 1-0.
Het restant van de eerste helft kende weinig hoogtepunten, maar in de tweede helft brandde de wedstrijd toch los. De thuisploeg begon in slaapstand aan de tweede helft en moest dat bekopen met de gelijkmaker van Felipe Anderson. Solskjær greep in en bracht Marcus Rashford binnen de lijnen. Met de rappe Rashford binnen de lijnen begon de thuisploeg beter te spelen en creëerde het de nodige kansen, die echter niet benut werden. Tien minuten voor tijd kreeg United weer een strafschop toegekend en was het wederom Pogba die zijn ploeg op voorsprong schoot: 2-1. Daar bleef het ook bij. Zodoende reist Manchester United toch met een driepunter op zak af naar Barcelona.