De Clásico’s zijn altijd een lust voor het oog, maar toen Pep Guardiola en José Mourinho aan het roer stonden bij respectievelijk FC Barcelona en Real Madrid, waren ze nog net iets interessanter. Grotere tegenpolen dan Guardiola en Mourinho bestaan er niet in het voetbal. De oefenmeesters zaten elkaar flink dwars tijdens hun gezamenlijke periode in Spanje.
Guardiola werd in de zomer van 2008 gepresenteerd als nieuwe trainer van Barcelona. In zijn eerste seizoen veroverde de club direct de treble. In het seizoen 2010/2011 won Guardiola wederom de Champions League. Dat seizoen was Mourinho zijn eerste als trainer van Real Madrid. Als welkom werd hij op 29 november 2010 getrakteerd op een 5-0 pak slaag in Camp Nou. Ook in de halve finale van de Champions League was Barcelona te sterk voor Real Madrid. Mourinho nam revanche door Barcelona in de finale van de Copa del Rey met 1-0 te verslaan.
Mourinho veroverde met Real Madrid drie prijzen, waaronder de landstitel in 2012. Daarmee maakte de Portugees een einde aan een mooie Catalaanse serie. Met Guardiola aan het roer kroonde Barcelona zich drie opeenvolgende seizoenen tot landskampioen. Mourinho spreekt over ‘het einde van de dominantie’. ‘En niet op zomaar een manier (record van 100 punten en 121 gescoorde doelpunten). Dat maakte het nog interessanter en belangrijker. We werden niet zomaar even kampioen, maar schreven geschiedenis’, vertelt hij in gesprek met Marca.